maandag 16 april 2012

PLOFKIM

"Plofkippen zijn doorgefokte vleeskuikens die voor consumptie zo snel mogelijk moeten groeien met het risico letterlijk dood te groeien. Ze worden in zeer korte tijd heel zwaar."

Hoe zwaar ik zélf momenteel ben, weet ik niet. Dat komt niet omdat ik geen weegschaal heb, maar omdat ik er niet op durf te gaan. Bang voor wat de digitale cijfers me zullen zeggen. Want ik weet dat het meer is dan vorig jaar en al helemaal dan twee jaar geleden toen de cijfers niet boven de 47 kilo uitkwamen.

Nu moet ik zeggen dat dat wel heel weinig is. Toch beloofde ik mezelf destijds plechtig dat ik nooit meer zwaarder zou worden. Maatje 34 zat me als gegoten en ik voelde me prettig, temeer omdat de kwabben onder mijn billen en op mijn dijen die ik al sinds mijn 18e had, helemaal waren verdwenen. Het ging toen niet zo goed met me, want ik was net verlaten door mijn grote liefde en ik zat werkloos thuis en ik concludeerde dat er een grote dosis ellende nodig was om mij 'kwabloos' te maken.

Op dit moment gaat het juist ontzettend goed met me. Met als gevolg dat de kwabben weer in grote mate aanwezig zijn. Ik heb een leuke baan, een leuk huis, ik ga veel op reis en heb veel vriendinnen met wie ik regelmatig op stap ga. Een hapje eten hier, een lunchje daar (mijn fervente Facebook followers zien met regelmaat een foto van een lekker broodje of een biefstuk voor bij komen) en hup! Daar waren ze opeens weer. Niet een voor één, nee, allebei tegelijkertijd. Hoppa! Op mijn dijen en onder mijn billen. Waardoor ik me momenteel echt letterlijk een plofkip voel. Nog even en ik groei dood.

Vandaag heb ik een nieuwe sportoutfit gekocht. Een knalroze jasje met een zwart hemdje en een zwarte sportbroek. Omdat ik besloten heb om eens heel fanatiek aan het sporten te gaan. Dat deed ik al een paar weken, maar vanaf nu ga ik echt, écht fanatiek bezig. Want naast een sportoutfit heb ik ook een nieuwe bikini gekocht (voor een reis later dit jaar waarover ik binnenkort zal bloggen) en toen ik mezelf in de paskamer van de H&M in de twee aquablauwe miniscule stukjes stof in de spiegel bekeek, walgde ik bijna van mezelf. Omdat ik het niet uit kon staan dat ik die vieze kwabben tóch weer terug heb laten komen.

Het boek van Sonja Bakker dat ik vijf jaar geleden kocht, toen ik me net zo'n plofkip als nu voelde, heb ik weer tevoorschijn gehaald en ik hoop dat ik het met mijn idiote leven van nu voor elkaar krijg om me er enigszins aan kan houden. Want die kwabben... Die moeten weg. Moge dat duidelijk zijn. Of ik het voor elkaar ga krijgen? Natuurlijk! En ik ga hier op mijn blog netjes bijhouden hoe het me vergaat, zodat ik over een paar maanden in een superstrak lijf op het Curaçaose strand kan paraderen.


Voor nu wil ik me even opnieuw aan jullie voorstellen. Mijn naam is Kim. Plofkim.

maandag 9 april 2012

PASEN ZONDER PAASGEVOEL

Ik had zaterdag op het nippertje nog een paar paastakken van mijn moeder gekregen. Ze waren er bij in geschoten dit jaar, maar dat vond ik niet eens erg. De eitjes en strikjes waarmee ik de takken van vorig jaar had versierd zouden gewoon een jaartje op zolder blijven liggen. Maar de tak kwam toch en ik hoopte dat daarmee ook een paasgevoel zou komen.

Maar dat kwam niet. Die avond gingen we uit eten naar Rib House Texas in Geesteren. Het was leuk. De ambiance was goed en het eten was heerlijk (vooral veel vlees!), maar het had natuurlijk niets met Pasen te maken. Gisteren ging ik op familiebezoek. Erg gezellig om bij te praten met een oom en tante die ik hooguit twee keer per jaar zie (lees: met Pasen en Kerst) en 's avonds zocht ik de gezelligheid op bij de Musketier, hier in Denekamp.

En voor je het weet is alweer tweede paasdag, na vieren 's middags. Mijn rolgordijn is nog naar beneden, omdat ik niet naar de regen buiten wil kijken. Ik zit met een spijkerbroek en een nagenoeg onopgemaakt gezicht op de bank, om straks weer richting moeders te gaan om daar wederom met mijn lieve familie de leftovers van het paasgebeuren op te eten.

En misschien ook een paar eieren. Om op het nippertje misschien toch nog in de paasstemming te komen.

maandag 2 april 2012

GEMIST!

Ik schitter de laatste tijd op mijn blog door afwezigheid.

Geregeld krijg ik van allerlei mensen te horen dat ik weer eens iets moet plaatsen. En dan vooral leuke anekdotes. Ik maak op zich genoeg mee, dus inspiratieloos ben ik niet, maar op een of andere manier krijg ik alles wat ik meemaak gewoon niet uit mijn vingers de afgelopen tijd.

Maar niet alleen op mijn blog schitter ik door afwezigheid. Ook in het echte leven ben ik er niet altijd. Ik werk op een plek 200 kilometer van huis. Op dinsdagochtend rij ik in alle vroegte naar 'het westen' om daar heel de week te werken bij de Rabobank (moet ik daarvoor hélemaal naar de andere kant van het land? Ja, ik moet daarvoor hélemaal naar de andere kant van het land). Ik help klanten, ik heb leuke collega's, ik ga sporten, ik ga uit eten met alle mensen die ik de afgelopen tijd tijdens dit idiote leventje heb ontmoet en op vrijdagavond rij ik na een werkdag van twaalf uur weer in oostelijke richting.

In het weekend ben ik thuis. En dan heb ik quality time met mijn familie en vriendinnen. Met mijn moeder naar de Intratuin, met mijn broers voetbal kijken, lunchen met de ene vriendin, uit eten met een andere vriendin en af en toe een cappuccino met appelgebak in de stad. En voor je het weet is het weer dinsdagochtend en zit ik weer in mijn bolide, die ondertussen al bijna 27.000 kilometer op de teller heeft staan. En dat in nog geen tien maanden tijd.

Er schiet dus geregeld van alles bij in. Omdat alles in het weekend en op maandag gepland moet worden en niet iedereen op die dagen tijd heeft, komt het wel eens voor dat ik sommige mensen echt maanden niet zie. Zo ook mijn nicht en haar dochtertjes. Die had ik voor de kerst voor het laatst gezien, terwijl ze hier hemelsbreed nog geen kilometer vandaan wonen. Het is er bij ingeschoten, tja, dat kan gebeuren in alle hectiek. Maar gisteren had ik een date met ze op het oude vertrouwde voetbalveld.

Toen ik kwam aanfietsen kwamen de meisjes van vier en vijf jaar me al tegemoet. Het voetbalveld vinden ze normaliter niets aan, maar toen ze hoorden dat 'tante Kim' er zou zijn, wilden ze maar wat graag mee. De oudste zei tegen me dat het 'toch wel echt lang geleden was', waarop ik haar vroeg waar zij al die tijd had uitgehangen. Tijd om te antwoorden had ze niet, want ze begon druk te vertellen over waar ze in de zomervakantie naar toe zouden gaan. Ik deed alsof ik verbaasd was (want ik wist natuurlijk al lang waar ze naar toe zouden gaan) en zei dat ik dat gaaf vond, terwijl ik naar ze toe liep. Toen we bij elkaar kwamen gaf ik beide meiden een dikke knuffel waarop de oudste me aankeek en op haar aller schattigst zei:

"Tante Kim, ik heb jou écht gemist!"