woensdag 28 augustus 2013

DE ONTMOETING

Een paar weken geleden.

Ik liep op station Rotterdam. Het nieuwe station. Strak, modern, mooi. Een paar weekjes ervoor was ik er ook al geweest. Samen met vriendin D. Die verliefd is op Rotterdam. Wat ik op zich best kan begrijpen. Gelukkig woont ze er nog in de buurt.

Die dag, het was een zaterdag, liep ik er met mam en D. We waren vanuit Denekamp uitgenodigd voor een weekend. D wilde mam Rotterdam laten zien. En de dag erna Den Haag. En dus gingen we dat hele weekend de übertoerist in eigen land uithangen.

We waren laat. Want we hadden natuurlijk file onderweg. En bovendien ben ik altijd laat, dus het lag wel enigszins in de lijn der verwachting. Dus toen we aankwamen bij D gingen we meteen de stad in. Een stukje met de trein. En zo belandden we op station Rotterdam. We liepen door de grote stationshal, waar je best een half dagje zou kunnen shoppen. Een soort Schiphol, maar dan in het klein. En met treinen in plaats van vliegtuigen.

We liepen richting uitgang toen ik hem opeens zag. Een bekend gezicht. Een gezicht dat ik ergens van kende. Maar waarvan? Ik was even in de war. Want ik wist meteen zeker dat ik hem níét kende. En toch kende ik hem! Een paar seconden dacht ik onbewust na. Zo'n bekend gezicht, maar niet wetend waarvan. Was hij een bekende Nederlander? Of misschien wel een bekende van elders ter wereld? Een acteur uit Amerika of een model uit de H&M brochure? Tot ik het opeens wist. Van Facebook! Ik kende hem van Facebook!

Maar ik kende hem niet. Dus ik moest hem via iemand anders kennen. Iemand die foto's van hem plaatste. Hem tagde in berichten, die dan op mijn startpagina in beeld kwamen. Het duurde een luttele seconde voordat ik de link had gelegd. S! Mijn oud-collega S! S! Met wie ik zoveel lol had gehad toen we voor Hilton werkten. Op Curaçao. Waar hij vandaan kwam. S, die al sinds jaar en dag in Rotterdam woont. Die ik nooit meer gezien heb. Al een een jaar of zes niet. Van hem kende ik het hoofd van deze gast!

Als vanzelf gleden mijn ogen naar de persoon die naast het bekende gezicht liep. Een handsome dark man. Was dat wie ik dacht dat het was?

Het was hem. Dus ik stopte met lopen, terwijl D en mam gewoon verder liepen. Ik kon niet gewoon doorlopen alsof ik hem niet had gezien. En D en mam zouden het vanzelf wel merken dat ik er niet meer was.

"S!!!" riep ik vol verbazing uit. Ik liet nog net niet mijn tas uit mijn handen vallen.

Hij hoorde het. En draaide zich om. Want hij en het bekende hoofd waren me inmiddels nietsvermoedend in de drukte voorbij gelopen. Hij zag me. Zijn ogen werden groot.

"Wat???" riep hij. "Neeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee!!! Dit kán niet!"

Vol wederzijdse verbazing liepen we op elkaar af. Alsof de tijd had stilgestaan. Alsof we elkaar niet in ál die tussenliggende jaren (o my, o my, wat klinkt dat oud, suf en wollerig) niet gezien hadden. Alsof we niet elkaar nooit meer zien en alsof we gisteren nog de grootste fun hadden om Mr. Russel Jack, die in 'ons' hotel verbleef. Alsof het zo moest zijn.

Hij gaf me een dikke knuffel. En ik hem. We bleven maar herhalen dat dit gewoon niet kon. Dat de kans dat we elkaar hier op dit moment zomaar out of the blue zouden treffen, zo klein was dat het bijna niet mogelijk was. Maar sommige dingen moeten gewoon zo zijn. En daar was dit er eentje van.

We hadden elkaar werkelijk níéts te vertellen. Want alles wat we van elkaar zouden moeten weten, wisten we al via Facebook. Dat ik mijn baan verlies, dat hij juist net een nieuwe baan heeft. Dat hij de avond ervoor was wezen stappen met de jongeman met het bekende hoofd naast hem, dat soort dingen.

We spraken af om af te spreken. Zo gaat dat tegenwoordig. Dat je gaat afspreken om een datum te plannen om af te spreken. We maakten een foto. Uiteraard voor Facebook. En die week erna kreeg ik van menigeen de vraag wie toch die knapperd was met wie ik strálend op de foto stond. Of hij mijn vriendje was, werd me zelfs gevraagd.

Nu weet ik niet helemaal zeker of de jongeman met het bekende hoofd ook daadwerkelijk zijn vriend is. Zó ver kwamen we dus niet tijdens onze kortstondige meeting. Maar dat antwoord krijg ik vast als we écht gaan afspreken. Maar ik weet wél dat hij dat zomaar zou kunnen zijn. Want nee. Hoe leuk S ook is. Hoe mooi onze foto ook was en hoe mooi we ons ook zouden kunnen voortplanten... Hij valt niet op vrouwen. Dat weet ik dan wel weer zeker.

Hij leest dit stukje vast. En zal me dan (natuurlijk via Facebook) laten weten of ik onze foto hier op mijn blog mag plaatsen. En dan zal menig vrouwspersoon het met me eens zijn. Zoveel single ladies en dan valt hij niet op vrouwen.

Such a waste!

zondag 25 augustus 2013

BROMVLIEG

Als ik een bromvlieg was, dan zou ik de hele wereld over vliegen.


Dan zou ik eerst beginnen in Europa. Over de Alpen naar Italië. Lekkere pizza's eten in Toscane. Door naar Elba waar Napeleon werd verbannen. Ik zou naar Spanje vliegen. Naar Andalusië en naar de Algarve in Portugal. In zou nog even gaan buurten langs de Côte d'Azur, in Saint Tropez en in Monaco. Dan zou ik doorvliegen naar Griekenland. Naar Santorini en Kos en de geschiedenis induiken in Athene.

Ik zou doorvliegen naar Egypte en de piramides bewonderen. Ik zou over de Sahara vliegen en met lede ogen de armoede in de rest van het Afrikaanse continent aangluren. Ik zou over Mauritius en de Seychellen weer naar boven vliegen. Het Midden-Oosten bekijken, over het hoogste gebouw ter wereld in Dubai vliegen en dan verder richting het oosten. Iets omhoog naar Siberië. Maar niet te lang, want daar is het veel te koud. Via India zou ik over Nepal vliegen. Ik zou dwars door het Himalaya gebergte gaan en over de Mount Everest vliegen. Gewoon omdat het kon. En in Zuid-Oost Azië zou ik mijn eerste pauze nemen. Lekker chillen in een hangmat op het Thaise Ko Samui en 's nachts een fullmoonparty'tje meepikken op het strand.

Ik zou doorgaan naar Australië en langs het Opera House in Sydney vliegen. Ik zou langs de kust vliegen, maar niet te lang. Want ik zou daarna een hele lange vlucht naar het Amerikaanse continent maken. Dwars over de Pacific. Hoe vet is dat. Ik zou de Verenigde Staten bekijken. Over de Grand Canyon vliegen en daar zou ik niet eens een helikopter voor nodig hebben. Ik zou omhoog gaan. Naar Canada en Alaska. Wilde dieren spotten. Beren enzo. Ik zou verder vliegen naar Chicago en zo door naar New York. Even een korte pauze op het Empire State Building, of nee! On top of the rock. Omdat vanaf daar het uitzicht beter is. Chillen in Central Park en vooral Times Square vermijden. Dan omlaag, naar Washington en het witte huis binnenvliegen. Bij Barack op zijn schouder gaan zitten, maar niet te lang, want hij zou me zomaar eens dood kunnen meppen. Daarna verder omlaag.

Naar de Caribbean. Lekker chillen met een cocktail op het strand. Oude bekenden en vrienden bezoeken op Curaçao en daarna hetzelfde een stukje zuidelijker doen, in Argentinië. Ik zou naar Peru gaan en over de Machu Picchu vliegen en daarna verder naar het zuiden. Over het Andesgebergte naar Ushuaia. Naar Tierra del Fuego en nog eventjes verder naar Antarctica. Want wie kan er nou zeggen dat ie dáár geweest is? Vervolgens zou ik verder gaan, weer oostelijk. Richting Afrika, dwars de Atlantic over. Uitrusten in de Sahara en vervolgens weer heel voorzichtig omhoog gaan. Terug naar Nederland. Want in Nederland, daar ben ik toch het liefst.

Maar ik zou níét mijn huis binnenvliegen. Of all places in the world, met alle vrijheid van de wereld die een bromvlieg heeft, zou ik me niet door een vliegengordijn heen murwen en vervolgens mijn huisje binnenvliegen. Om vervolgens áchter een rolgordijn te gaan zitten brommen, omdat ik denk dat ik via die route weer naar buiten kan. En daarmee grote ergernis opwek bij de bewoner van mijn huis en het overgrote risico loop een vliegenmepper op mijn smoel te krijgen, wat ik zomaar eens niet zou kunnen overleven.

Nee. Ik geloof niet dat ik dát zou doen...