zondag 9 februari 2014

I WILL ALWAYS LOVE YOU

Ik weet niet precies waar het door kwam. Maar het kwam bínnen. 

Ik zat gewoon cappuccino te drinken. Vorige week zondag. In de Dubai Mall. Bij Tim Hortons. Mijn voeten deden pijn van het slenteren van die dag en de dag ervoor. Het meeste wat ik wilde doen in de stad, had ik gedaan. In sneltreinvaart. Zoals hier te lezen is. Op de fontein na. Die moest ik nog zien.

Ik had geen idee wanneer de fontein aan zou gaan. Wel wist ik dat ik er vlakbij zat. Mensen stroomden toe. Het was een drukte van jewelste. Om zes uur was het zover. Hij ging aan. Tim Hortons was nagenoeg leeg. Ik kon me er niet toe zetten. Om naar buiten te gaan, in de menigte te gaan staan en misschien maar een glimp van het spektakel op te vangen. Ik bleef zitten. Alsof ik vastgenageld was aan de stoel. Mijn voeten riepen 'nee' en mijn benen deden zelfs zittend pijn. Ik deed niets. De batterij van mijn telefoon was al een paar uur leeg, omdat ik eerder die middag in de Burj Kalifa een paar foto's had gemaakt. Ik zat daar maar. Als een debiel. Nagenoeg alleen. Naar de menigte te kijken. En naar mijn eigen reflecterende spiegelbeeld in het raam. Ik leek wel gek.

Een half uur later ging het ding weer aan. Tim Hortons liep weer leeg. Ik weet niet wat het was. Mijn voeten zeiden opeens dat ze het wel weer aankonden. Dat ze wel genoeg gezeten hadden. Ik stond op, gooide mijn beker in de prullenbak bij de deur (de cappuccino was alláng op) en liep naar buiten.

Wat ik hoorde voelde als een klap voor mijn kop. Maar wel een heel aangename.

"...should stay...

I would only be in your way..."


Het was Whitney. Ze schalmde door de speakers. Wat een geluid. Pas buiten hoorde ik het.

Ik liep verder. Richting de fontein. En vond een plekje met mooi uitzicht. Haar stem zong verder.

"...And IIIIIIIIII... will always... love youuuuu..."

Kippenvel. Het raakte me. Echt heel hard.

Ik was tien toen ik I will always love you voor het eerst hoorde. Tot grote ergernis van mijn broer. Ik vond het prachtig. Prachtig! Een stem als Whitney. Die heeft niemand. Niemand. Zo mooi. Zuiver, krachtig. Kleurrijk. Nagenoeg perfect.

Ik zag de fontein. Die op de geluiden van Whitney bewoog. Soms hard, soms zacht. Op de maat van de muziek. Op de maat van de stem.

Whitney is al bijna twee jaar dood. En hier, tweeëntwintig jaar na dato, wordt haar nummer, haar stem ten hore gebracht. Alsof ze er nog is. Alsof ze nog leeft. Dit nummer. Dit prachtige nummer. Het zal altijd blijven bestaan. Ze heeft het ons nagelaten. De wereld nagelaten. Nooit zal ze helemaal weg zijn. Er zal altijd een stukje van haar blijven bestaan. De fontein gaf het nummer extra kracht. Alsof die er altijd was en er altijd bij hoorde. Het klopte. Het raakte me. Heel hard.

Ik stond daar. Alleen. Tussen al die mensen. Ik hoorde haar en zag het geweldige waterspektakel. Tranen brandden in mijn ogen.


zaterdag 8 februari 2014

DRIE DOLLE DAGEN DUBAI

Vrijdags kom ik aan. 's Avonds. In drie dagen moet ik alle highlights van Dubai gaan zien. Ik maak een planning.


Zaterdagochtend naar de Marina. Met de metro. Want dat kost bijna niets. Lopen, lopen, lopen. Die tórens. Ik ben onder de indruk. De een hoger dan de ander. De ander weer anders gevormd. Mr. Twisted Skinny is mijn favoriet. Zo noem ik hem. Hij is twisted gevormd en skinny van postuur. De dure, luxe jachten vallen me in eerste instantie niet eens op.

Naar palmeiland. Teruglopen naar de metro, twee stations terug en dan weer lopen. Dacht ik. Maar mooi niet. Via de bouwput naast het station met de taxi. Over de palm. Waar je vanuit de auto natuurlijk niets van merkt. Waldorf Astoria is er pas geopend. Zal ik solliciteren? Bij Atlantis uitgestapt. Het grote hotel dat een stad op zich is. Foto's gemaakt. En weer in de taxi terug.

Naar Jumeirah beach. Bij de Burj Al Arab. De Arabische toren vertaald. Foto's gemaakt. Even de voetjes laten rusten in het zand. Arme voetjes. Nu al. Weer verder. Naar Madinat. De geur van eten. Ik heb honger. Lopen. Nog even lopen. Nog iets verder lopen. Naar binnen. Foto's maken. Een zouk. Maar eerst lunch. Sushi. Met uitzicht op de Burj Al Arab.

En nu? The Walk. Daar moet ik heen. Zou het ver zijn? Ik vraag een taxichauffeur. Hij rijdt om. Heel ver om. De meter loopt op. Wat een lul. Zeventig dirham voor een taxiritje. Maar ik ben er wel.

Zien en gezien worden op the Walk. Maar wat valt er te zien in zo'n burka, vraag ik me dan af. Het Hilton. Zal ik solliciteren? Ik loop door. Dure auto's. Leuke, volle terrasjes. Waterpijpen. Burka's. Hoofddoekjes. Maar ook hotpants. Bouwwerkzaamheden. De zon gaat bijna onder. Naar het strand. Een ondergangetje meepikken. Kamelen op het strand. Beachvolley. Burka's. Foto's van de zonsondergang. Prachtig. Maar toen werd het donker.

Teruglopen. Arme voetjes! Met een mango-smootie. Heel ver. Naar de Marina. Straat over. Zebrapad. Stoplichten. Links of rechts. A! Daar is Mr. Twisted Skinny! Mijn redder in nood. Ik ga links. Lopen, lopen, lopen. Weinig mensen, weinig drukte. Morgen is de eerste werkdag van de week. Terug bij de metro. Het is al acht uur. Ik kán niet meer!




Naar het hotel. O nee! Naar de Mall of the Emirates. Lopen. Van het station naar de mall. Lopen door de mall. Mijn arme voeten. En arme creditcard. Ik ga terug. Eten langs de straat. Kebab. Met een alcoholvrij biertje. Niet te zuipen. Om tien uur terug. Ik kan niet meer lopen. Ik kan niet meer staan. Ik ben kapot. Ik plof op bed. Ik val meteen in slaap.

Zondagochtend. Naar Bur Dubai. Het oude gedeelte. Met de metro. Nog zere voeten van gister. Mannenogen. Geen woorden. Geen fluiten. Maar kijken. Ze prikken in je rug, al die ogen. Wat doe ik hier? Ik ga terug. Stap uit bij Dubai mall. Lunch bij Subway. Lopen. Arme voetjes. Binnenwandelen bij Gucci, Chanel en Dior. Wat een kwelling. Te weinig credit op de card. Ik probeer het niet eens.

Naar de Burj Khalifa. Het hoogste gebouw ter wereld. Naar de 124e verdieping. In sneltreinvaart. Wat hóóg. Uitzicht op de woestijn. Zand. En op de stad. Meer hijskranen dan wolkenkrabbers. Geen hart. Geen ziel. Het leeft niet. Er is een trein, maar geen centraal station. Geen centrum. Geen straten met winkels. Het is geen stad. Het is een snelweg met torens er langs. Het is nog een bouwput. Dubai.

De fonteinshow. Naast de Burj Khalifa. Vanuit de Dubai Mall. Vanaf zes uur elk half uur een paar minuten. Sushi eten op een terras met uitzicht op de fontein. Dekentje over, want het is koud. Mijn voetjes rusten. Het regent zelfs!





Maandag. Naar Abu Dhabi. Naar de moskee. De grote. Een van de grootste ter wereld. Sjeikh Zayed ligt er begraven. Touringcars rijden op en af. Wat een gebouw. Wat mooi. Wat mooi. Prachtig. Mijn knalroze sjaal over mijn hoofd. Ik val op. Foto's. Veel foto's. Wat geweldig!

's Middags naar de woestijn. Een safari. Racen. Wegglijden. Heen en weer geschud worden. Wat gaaf. We racen door. Gaan bijna over de kop. Als een malle door het zachte, mulle zand. Daarna barbecue. En een burka aan. Voor de fun. Voor de foto's. Ik kan ook alles hebben. Om half tien terug. De chauffeur probeert me te zoenen. Wegwezen. Als een malle. De fooi kan hij mooi vergeten.

Inpakken. Om vijf uur de wekker. Om half negen vliegen. Naar Nederland. Naar huis. Waar mam me zal opwachten. Fijn. Na vier weken.

Wat ik van Dubai vind? Het is een bouwput. Een grote snelweg met een paar torens erlangs. Een zandbak. Het is nog lang niet af. Nog lang niet. Maar dat wat af is, is prachtig. En bij iedere stap, denk ik, zal ik? Zou ik hier kunnen aarden? Tuurlijk! Zou ik hier kunnen wonen? Zeker! Zou ik hier kunnen werken? Werk zat! Zou ik hier kunnen verdienen? Geld genoeg!


En dus is de grote vraag.. Zal ik???