dinsdag 31 maart 2015

MÁLAGA, FUENGIROLA, MARBELLA, RONDA, TARIFA, CÁDIZ EN SEVILLA

Het is alweer maandag. En ik ben inmiddels in Córdoba.

Ik was van plan elke dag te schrijven. Over mijn ervaringen en alles wat ik meemaakte. Niet eens zozeer voor lezers, maar meer voor mezelf. Als een soort dagboek. Een openbaar dagboek. Maar slenteren door steden, lange autoritten door de bergen en langs de oceaan en luidruchtige Spanjaarden, maken dat ik 's avonds kapot ben en gewoon geen inspiratie heb om te schrijven.

Overdag wel. Overdag júíst! Wanneer ik alles aan het meemaken ben, denk ik in verhalen. Hoe ik het zal verwoorden, hoe ik het zal zeggen. Hoe ik zou beginnen en natuurlijk pakkend zou eindigen. Maar eenmaal terug in de hotelkamer of het hostelbed ben ik bekaf en kan ik alleen nog maar denken aan slapen. Slaap die meestal niet meteen komt, wat ik wel had gehoopt nu ik vakantie heb.


Maar goed. Córdoba dus. Nét aangekomen. Vanuit Sevilla, waar ik de afgelopen dagen was met mam. Zoveel wil ik over Sevilla vertellen. Maar dan bedenk ik me dat ik het nog niet eens over Málaga heb gehad. En Fuengirola in de stromende regen. En Marbella op een natte zondagmiddag. En El Classico die ik er keek in een bar tussen de Spanjolen. En Ronda. Het prachtige Ronda waar ik mijn ogen uitkeek (alleen al de weg er naar toe!) en snipverkouden werd. En Tarifa, waar ik die dag eindigde in het zonnetje, maar waar het de volgende ochtend weer niets deed dan regenen. Ik bleef binnen en werd op de hoogte gehouden over mijn lieve vriendin D. die juist op die ochtend aan het bevallen was. Om 13:50 uur was Zarèl er en prompt scheen de zon. Ik snelde me als een malle naar buiten en had en héérlijke middag met een boek en een café con leche aan het strand. Wát een fijne middag!


 



De dag erna omhoog richting Cádiz. Langs de Atlantische kust. Wát een prachtige rit. Stoppen bij verschillende plaatsen, de auto uit en het strand op hoppen. Een leeg strand, met een goede windkracht, maar wél zon. Bij Bolonia stopte ik het langst.

Kijk mij nou, dacht ik. Zit ik hier aan de oceaan. We hadden elkaar al eens eerder getroffen. Aan de andere kant op Barbados in 2007 tijdens mijn hoogtijdagen met mijn ex. Zó lang geleden al. Bizar. En nu? Het zand, de zon, de wind, de oceaan en ik. En verder niemand. Behalve mijn snotneus.




Pas laat kwam ik aan in Cádiz. Niet zonder spijt in eerste instantie, maar toen ik de volgende ochtend tijd vond om nog even door de straatjes en pleinen te struinen vond ik het jammer dat ik er niet langer kon blijven. Het was er mooi! En zo romantisch! Maar ik kon niet blijven. Ik moest door. Sevilla wachtte op me en omdat mam daar 's middags zou komen, hopte ik om 10 uur 's ochtends alweer in de auto.


Vier dagen Sevilla. In de zon. Zaterdag 's middags was het opeens 34 graden! Wat een verschil met een paar dagen ervoor toen het soms nog geen 15 graden werd! Struinen deden we desondanks. Avenida de la Constitucion, de kathedraal, Plaza de España, Triana. De stad werd al voorbedreid voor La Semana Santa, de Heilige Week of de Goede Week, de week voor Pasen. De eerste processie was gisteren een feit en maakten we mee. Hoe indrukwekkend! Maskers met puntmutsen, prachtige muziek. Honderden mensen in een grote optocht. En drúk! De avenida zag zwart van de mensen. En mooi! Iedereen was letterlijk op z'n paasbest ("wat bint al dee leu toch deftig vedaag", zei mam) en ik liet mij door de prachtige, modieuze Spaanse vrouwen overhalen tot de hoge taille. Er is weinig zo lelijk als een broek met een lage taille, maar we zijn eraan gewend geraakt. Maar nu is hoog terug! Ik ben blij!


Hier in Córdoba gaat overduidelijk de Goede Week ook niet onopgemerkt voorbij. Een hostel in het oude centrum van de stad had ik geboekt. 35 euro, schoon aan de haak. Tegenover La Mezquita, kon niet beter. Maar toen ik vanavond vroeg aankwam, het was nog licht, zag het wederom zwart van de mensen. Het centrum was weliswaar bereikbaar, maar niet via de wegen die naar het hostel leidden en parkeren was al helemaal geen optie. Vier keer maakte ik een rondje en toen ik de vijfde keer rechtsaf ging in plaats van linksaf met de hoop om aan die kant een parkeerplek te vinden, dwaalde ik steeds verder af. Reed een straat in, die afgezet was, vroeg een politieagent waar ik naar toe moest (hij heette vast Joost, want hij wist het ook niet) en voor ik het wist reed ik op een busbaan op een drukke weg, wat vanavond oogluikend werd toegestaan. Ik werd gek en reed minstens anderhalf uur rond op straten die ik niet kende, reed bijna mensen aan die ik evenmin kende en er kwamen bijna tranen die ik wél goed kende (later meer).

Opeens zag ik een hotel in de verte, langs een avenida. Nog één keer probeerde ik de weg naar het oude centrum terug te vinden, maar dat had ik al snel bezien. Dat hotel, dat paarsverlichte hotel, daar was vast nog wel ergens een leeg bed te vinden. Ik dwaalde weer af, maar mijn coördinatievermogen is inmiddels dermate goed dat ik een paar straten insloeg, links, rechts, opgeschrikt door een motor en invoegende auto's, dat ik pal voor het hotel uitkwam. Ik reed zo de parkeergarage in. Op goed geluk liep ik bepakt en bezakt richting hotel, ervan uitgaande dat ik behoorlijk meer dan 35 euro kwijt zou zijn. Hoe dichter ik het hotel naderde, hoe meer het zweet me uitbrak. Dit was een niet te zuinige, sjieke tent! 100 euro? 150 euro? Nee. 120 euro zou ik maximaal uitgeven besloot ik. Ik móést douchen en slapen!

"Tienes habitaciones?" vroeg ik met een vermoeid gezicht aan de jongen achter de receptie.
"Si, tenemos," antwoordde hij en mijn eerste zorg zuchtte ik weg. Er was plek!
"En de goedkoopste kamer kost..." ging de jongen verder, terwijl hij een rekenmachine pakte. Ik zag zijn vingers al naar de toetsen gaan.
85 euro.
Prima, dacht ik. Naar die jungle in de binnenstad, daar ga ik niet naar terug!

En nu lig ik dus in een vet sjiek bed. Met een beige sprei en donkerrode vloerbedekking. Met zware gordijnen en een ruitmotief op het donkerbruine televisiekastje. Ik voel me net een oud mannetje (ja, gek genoeg een mannetje en geen vrouwtje) en hoop dat het hostel in de binnenstad een andere gegadigde heeft gevonden voor mijn kamer. Ben ik toch zomaar een no-show!

En nu ga ik slapen. Want ik ben werkelijk waar kapot. Liefst slaap ik morgen de hele dag. Maar dat zou zonde zijn van het mooie Córdoba. En de derde dag van de Semana Santa. En dan hierna ook nog naar Granada. En de Sierra Nevada. In vier dagen.

Ik neem denk ik nog wat extra vakantiedagen op om bij te komen...

PS: Even op de fotocollages klikken om ze groter te maken!

dinsdag 24 maart 2015

LLUVIA LLUVIA LLUVIA

Dus ik de dagen voordat ik naar Spanje vloog nog even flink onder de zonnebank.

Mijn huid en de felle Zuid-Spaanse zon zouden geen vrienden van elkaar zijn, had ik me vooraf al bedacht. Jaren Curaçao en Zuid-Amerika hebben me lessen genoeg geleerd. Maar wat denk je? Kom ik aan in Málaga vrijdagavond, régent het!



Nu had ik de weerberichten al wel enigszins in de gaten gehouden, maar de laatste dagen voor vertrek niet meer. Het stemde me namelijk niet echt gerust. "Het is een zegen van God," zei een taxichauffeur die ik zondag sprak. Het had namelijk al twee jaar niet fatsoenlijk geregend hier. Dat dat dan net nú moest gebeuren. Ik zit nog te broeden op een verklaring. Een reden waarom het juist nu moet regenen. Juist nu ik hier ben. Terwijl in Nederland wel gewoon de zon schijnt. En er geen druppel valt. Misschien heb ik deze vakantie niet verdiend. Nee, dat is het niet. Want ik heb hem zeker wel verdiend. Misschien regent het alleen maar zodat alle anderen dingen wel goed gaan. Of misschien is het gewoon een gevalletje domme pech. Want wie verwacht er nou dat hier nu zo zou regenen?

Of ik er een probleem van maak? Welnee. Ik laat me door een paar regendruppels niet gek maken. Mijn plu heeft de strijd met mijn zonnebril ruimschoots gewonnen, maar de bril will strike back. Ik hop gewoon van de ene naar de andere plek, mijn huurauto heeft gewoon verwarming en dat prikkende keeltje en lopende neusje neem ik voor lief. De omgeving is niet minder bijzonder. Het is hier prachtig. Bergen, veel groen, lieve, behulpzame mensen, mooie stranden en ook in de regen wuiven de palmen hier gewoon. Van Málaga naar Fuengirola, naar Marbella, naar Ronda tot Tarifa waar ik nu ben. Een badplaats. Misschien wel het meest zuidelijke punt van Europa. Waar de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee elkaar vinden en in elkaar overgaan.

En weet je wat het mooie is? Vanaf morgen stopt het met regenen. Verschillende bronnen heb ik geraadpleegd, zowel de mensen hier als weersites op internet. Vanaf morgen gaat de zon schijnen! En laat ik nou net van plan zijn om morgen langs de Atlantische kust omhoog te rijden naar Cádiz. Langs de stranden en baaien waar ik nog nooit van gehoord had voordat ik hier kwam. Bolonia, Vejer de la Frontera en de omliggende plaatsjes. Die plu die gaat diep in mijn backpack. Zó diep dat ik hem de rest van mijn reis niet weer zal zien. Joh! Misschien laat ik hem wel achter! En mijn zonnebril gaat op mijn hoofd. Wat zeg ik? Ik plak hem vast. Op mijn hoofd. Want die zon? Die zon die zal schijnen!

En tot die tijd blijf ik in mijn hotelkamer. Met een boek. Lekker warm in bed. Want het strand? Dat is nu echt geen optie. En of ik Tess Gerritsen nou op een strandbed of in een hotelbed lees, het verhaal is er niet minder spannend om.


zaterdag 21 maart 2015

100% ANDALUSIË

Vanmiddag zat ik in het vliegtuig. Inderdaad onderweg naar Málaga.

Toen ik het vliegtuig binnen kwam zocht ik mijn. Stoel 14a. Een mooie stoel bij de vleugel en de nooduitgang pal achter mij en daardoor dus niet direct een passagier achter me. Een man was bezig zijn spullen te installeren en hield de boel een beetje op. Net toen hij ging zitten, kon hij weer gaan staan. Omdat ik voor hem langs moest. We zaten allebei op rijtje 14.

"Misschien hebben we geluk," zei hij tegen me toen ik plaatsnam en constateerde dat de plek in het midden nog leeg was.
"Misschien," antwoordde ik hem, me afvragend wat hij er precies mee bedoelde (erg toch, dat ik er altijd wat achter zoek als een man zoiets zegt?).

We gingen rijden, opstijgen en vliegen. Ik pakte de Linda uit mijn tas en begon hem te lezen. Ik las over Rossana en Bernhard jr. die non-hodgkin aan het overleven waren, de perikelen van Saskia Noort en haar zielige leven nu haar kids het huis uit zijn en ze óók al geen man heeft (haar thrillers zijn fantastisch, maar altijd dat eeuwige gezeik van haar over het niet hebben van een man. Get a life, denk ik dan), over moeders die hun pubers alleen thuislaten zodat ze feestjes kunnen bouwen zonder ouders en over één of andere man die schreef over zijn drie exen (de een een platte kont, de ander kleine tieten en de volgende helemaal klein van stuk. Even serieus. Waarom heb ik überhaupt nog een abonnement op de Linda?). Toen ik hem na dik een uur uit had, pakte ik mijn tas en pakte er een reisgids over Andalusië uit. Geleend van mijn vriendin M. 100% Andalusië getiteld.

De man naast me merkte het op. De steward liep langs en toen ik bij hem een kop koffie bestelde, pakte de man zomaar het boek van mijn uitgeklapte tafeltje.
"Mag ik?" vroeg hij.
"Natuurlijk", antwoordde ik, enigszins verbaasd.
Hij sloeg het boek open, bladerde naar een pagina en gaf het boek geopend aan mij terug, wijzend naar iets in het boek.
Ik keek naar wat hij aanwees en herkende het meteen.
"Dat bent u!" riep ik verrast uit.
De man knikte. Een beetje trots.
Zat ik toch zomaar opeens naast de schrijver van het boek! Hoe bizar.

We kwamen aan de praat. Vooral over hem. Eigenlijk alleen maar over hem. Hij gaf me wat tips en complimenteerde me met hoe goed ik voorbereid was. De plaatsen die hij noemde wist ik allemaal te liggen en ik was blij dat ik van hem hoorde wat ik vooral wel, maar ook beter niet kon doen. Ronda is duidelijk een moetje, Cadiz valt wel een beetje tegen, volgens hem. Sevilla is prachtig en hij raadde me een hotelletje bij het Alahambra in Granada aan. Ik omcirkelde het in het boek (sorry M, maar je ziet er echt bijna niks van) en vervolgens vertelde hij hoe hij in Spanje terecht was gekomen en toch ook weer terug naar Nederland was gegaan. Of ik wel wist dat ik een verouderde editie had en dat hij aan de nieuwste versie van 100% Andalusië geen bijdrage meer had geleverd. We spraken over het leven in Andalusië, de levensstijl van de bevolking, het toerisme, de verkiezingen van aanstaande zondag en de semana santa met de processies van volgende week. Ik luisterde aandachtig naar al het nieuws dat ik hoorde en ik wilde maar wat graag dat het vliegtuig meteen zou landen, zodat ik het allemaal kon gaan ontdekken.

Het viel stil. Hij las verder in zijn boek en ik in het mijne. Tijdens de landing noemde hij nog iets en nadat we stil stonden en het vliegtuig uitliepen heb ik hem niet meer gezien. Ik bedacht me dat zodra ik mijn tas van de bagageband had, de trein had gevonden, een kaartje had gekocht, op het juiste station aan was gekomen, in de regen naar mijn hostel was gelopen en aldaar ingelogd was op de wifi, ik metéén M zou appen.

En dat deed ik. En ik appte mijn familie. En nadat mijn nacho's op het terras kletsnat waren geregend, schreef ik meteen dit stukje.

woensdag 18 maart 2015

ESPAÑA

Ik ga overmorgen op reis. Naar Spanje.


Ik hou van Spanje. Vorig jaar was ik er en het jaar ervoor ook. Barcelona en Valencia. Twee heerlijke steden die zelfs op elkaar lijken. De een wat groter dan de ander, maar de sfeer, het Spaanse zonnetje. Ik vond het heerlijk. Ik schreef hier over Valencia en beloofde mezelf dat ik vaker zou gaan. Naar Spanje. Omdat het er fijn is en omdat het land me goed doet. En het is vlakbij!

Een onnavolgbare drang om de wereld te verkennen noem ik het. De drang om te reizen en nieuwe plekken te ontdekken. Waar het vandaan komt? Waarom ik daar toch zoveel behoefte aan heb? Waarom ik gewoon maar een vliegtuig pak en naar Zuid-Spanje ga? Wat ik daar te zoeken heb?

Het avontuur? Nee, dat is het niet. Of misschien ook wel. Meer het onbekende. Mijn nieuwsgierigheid. Tot mijn twintigste woonde ik in Denekamp. En kende ik alleen Denekamp. Ik voelde me al een vreemde als ik bij mijn vriendin F. op haar flat in Enschede was. Het drukke verkeer, al die bussen op die drukke weg langs de flat. Het leek me geweldig om de wereld te ontdekken. Maar ik had geen idee wat ik allemaal zou tegenkomen.

En toen ging ik. De wijde wereld in. En zag ik veel. Veel meer dan alleen Denekamp en Enschede. Op verschillende plekken over de wereld. En realiseerde ik me dat het zo ook kon. Leven. Gelukkig zijn. Dat er een heleboel verschillende manieren van leven zijn. Verschillende leefstijlen. Verschillende culturen. Verschillende gebruiken. Verschillende moralen en normen en waarden. Nooit meer werd Denekamp zoals het vroeger was. Ik had een peper in mijn reet gekregen en ook ik werd nooit meer zoals ik vroeger was.

Reizen zit inmiddels in mijn bloed. Het stroomt door mijn aderen. Geen groepsreizen of Sunwebvakanties. Geen all inclusive resorts. Geen drukke, overvolle stranden tijdens het hoogseizoen. Geen Hollandse friettenten in typische vakantieoorden. Nee. Rugzak op de rug en gaan. Ticket boeken, auto huren en rijden. Plekken ontdekken, mensen ontmoeten, foto's maken. Relaxen, genieten van wind, van de zon. Andere talen horen en spreken. Vrijheid. Ultieme vrijheid. Dat is het.

Zweverig? Zeurderig? Wellicht.

Ik vlieg op Malagá. Blijf daar een dag en ga dan langs de kust richting westen. Langs Marbella en Ronda richting Gibraltar en Tarifa. Dan omhoog naar Cádiz en nog verder naar Jerez en Sevilla. Na een paar dagen Sevilla richting Córdoba en uiteindelijk via Granada weer terug naar Malagá. In twee weken tijd. Hopsakee! Andalusië verkennen. Het échte Spanje.

Hoewel ik echt niet mag klagen over mijn dagelijkse leven, maar... Even geen werk. Even geen stress. Even geen drukte. Gewoon even alleen mezelf. Zálig!